HET BEGIN VAN EEN COMMERCIELE BOOST VOOR DE BENEDENSTAD?

HET BEGIN VAN EEN COMMERCIELE BOOST VOOR DE BENEDENSTAD?

06 - 06 - 2010

Midden 2010 heeft het stadsbestuur ons weken in spanning gehouden over de mogelijke komst van een nieuwe ondergrondse paarkeergarage van meer dan 500 plaatsen voor de benedenstad. Uiteindelijk werd de locatie bekend gemaakt op mijn verjaardag (18/06). Ik kreeg het nieuws persoonlijk medegedeeld door het college. Het bleek uiteindelijk Den Bruul te zijn. Op 06/06/2010 hadden wij volgende bedenkingen. 

De laatste weken gonst het van geruchten  over de realisatie van vijfhonderd bijkomende ondergrondse parkeerplaatsen op loopafstand van het centrum.

Deze berichtgeving is gehuld in een waas van geheimzinnigheid en men houdt ons in spanning tot na de verkiezingen. Ik zie niet dadelijk het verband  tussen federale verkiezingen en een gemeentelijke optie ter realisatie van een parkeergarage.

Ik loop er dan ook behoorlijk nerveus bij. Je zou voor minder. De uitslag van bijzonder belangrijke verkiezingen gekoppeld aan het (witte?) parkeerkonijn dat het stadsbestuur uit zijn hoed wil toveren.

Maar ik ben ook blij. Herhaaldelijk hebben Hans Bracquené en ikzelf, in naam van onze fractie,  er op gewezen dat de realisaties aan het station, Leuven de éénentwintigste eeuw hebben ingestuwd, maar dat dit  gevolgen zou hebben voor de commerciële levensvatbaarheid van het   historisch stadshart (de benedenstad).

Jarenlang heeft men die kritiek weggewuifd met de bewering dat de commerciële slagkracht van Leuven groot genoeg is om twee centra rendabel te houden. Wij hebben dit steeds betwist.

Zonder bijkomende inspanningen voor de benedenstad zullen de ontwikkelingen aan het station verdere negatieve commerciële gevolgen hebben voor dit gedeelte van de stad.

Naast het wegtrekken van diensten is vooral het chronisch gebrek aan parkeerfaciliteiten een grote handicap. De op het openbaar domein verdwenen parkeerplaatsen werden nooit gecompenseerd door ondergrondse.

 

Er werd steeds beweerd  dat dit argument geen steek hield en dat het totaalaanbod aan parkeermogelijkheden in de stad alleen maar toenam.  Wij willen dit niet betwisten, maar men vergat er alleen  bij te vertellen, dat ze slecht verdeeld waren en dat de benedenstad altijd uit de boot viel.

Reeds meer dan twintig jaar  laat men de benedenstad op zijn parkeerhonger zitten.

Lang is er sprake geweest om  ‘de parking van de Boerenbond’ om te toveren tot een ondergrondse rotatieparking. Toen dit niet lukte zou dé parking van de benedenstad worden gerealiseerd onder het  Hertogendal, maar dit lijkt dan weeral een lange termijnproject... Wij zijn uitermate benieuwd, zeker nu het stadsbestuur de spanning opbouwt. Hopelijk wordt het geen anticlimax.


Het historisch stadshart heeft niet alleen behoefte aan parkeerfaciliteiten.

Een aantal nieuwe (commerciële) aantrekkingspunten, de verfraaiing van het openbaar domein door heraanleg van straten en pleinen, een publiekswervende invulling van diverse leegstaande historische gebouwen,  de nog verdere versterking van de toeristische imago van onze stad...  zijn even belangrijk.

Er is nog een lange weg te gaan. Wij zijn verheugd dat er na jarenlang aandringen  eindelijk toch een kentering  op komst is (?).

Leuven op een harmonieuze wijze uitbouwen, waar de diverse centra (station, benedenstad en... binnenkort de vaartkom) mekaar aanvullen en onderling versterken, is de opdracht voor de komende jaren.

Wij zullen ons blijven mengen in dit debat.

Luc Ponsaerts.        Hans Bracquené

Open VLD Leuven

06/06/2010