SLUITINGSUUR: STOP DE EIGEN NESTBEVUILING EN HET ELECTORALE OPBOD!

SLUITINGSUUR: STOP DE EIGEN NESTBEVUILING EN HET ELECTORALE OPBOD!

21 - 05 - 2012

De tegenstrijdige berichten die er van uit de meerderheid worden gelanceerd i.v.m. een eventueel invoeren van een sluitingsuur resulteren  in nervositeit bij (een gedeelte van) de horeca. Zelfs meer, er is een sfeer van moedeloosheid, het lijkt wel een gevecht tegen de bierkaai. Men voelt zich het slachtoffer van electorale spelletjes vlak voor de gemeenteraadsverkiezingen.

Het is intellectueel oneerlijk om de nachthoreca de schuld te geven van datgene wat er  misloopt op één van de bekendste en populairste uitgaanskwartieren van het land.

Electoraal is het een goedkoop trucje om de horeca  op te zadelen met  de oplossing van het probleem. Ook het dreigement is niet mis. Als de horeca   niet zorgt voor een kentering komt er een sluitingsuur. Hoe durf je zo iets  zeggen, nadat je achttien jaar het beleid hebt bepaald en hoe zou de horeca dit (alleen) moeten oplossen?

We worden hier geconfronteerd met een algemeen maatschappelijk, sociaal probleem van verhuftering, normvervaging en van een  verpaupering en marginalisering van een bepaald publiek dat uitgaanswijken bezoekt. Deze problematiek overstijgt de grenzen van Leuven en zeker die van de Oude Markt.

Degenen die verantwoordelijk zijn voor de grimmige sfeer, (dronken amokmakers, gauwdieven, drugsdealers) zijn doorgaans figuren die weinig te verliezen hebben. We evolueren als maatschappij  naar een kwalijke en gevaarlijke situatie van straffeloosheid. Een lik op stukbeleid van de politie kan alleen resultaat hebben als de strafmaat en de uitvoerbaarheid van de straf volgen, anders is het dweilen met de kraan open.

Het is met andere woorden een complex probleem dat je  niet gaat oplossen door  gratuite en sloganeske uitspraken.

 


Je kunt je ook de vraag stellen of het invoeren van een sluitingsuur de beste remedie is om de kwaal, de overlast, te bestrijden. Kan een jeugdige, dynamische studentenstad het zich permitteren om een gedeelte van zijn horecaleven af te bouwen, zeker als hieromtrent geen federale regelgeving is. Moeten wij bakzeil halen voor het canaille?

Het feit dat er onenigheid is binnen de meerderheid over het al of niet invoeren van het sluitingsuur is een bewijs dat het deze meerderheid ontbreekt aan een globale en coherente visie rond horeca, fuiven en  voor studenten typische uitgaansgelegenheden. 

Op vraag van onze fractie werd er in 2004 begonnen met het uitwerken van een horecabeleidsplan, dat in 2007 werd voorgesteld aan de desbetreffende commissie. Uiteindelijk is dit plan in een schuif terecht gekomen. We dringen  aan op een actualisering van dit horecaplan. Dat het horecabeleidsplan is opgenomen in het detailhandelsplan, zoals de betrokken schepen beweert, klopt maar ten dele.

Als Leuvenaar, vroegere horeca-uitbater en erevoorzitter van de VZW Oude Markt ben ik vooral boos. Omdat het uitvergroten van de problemen op de Oude Markt uiteindelijk een cumulatief effect zal hebben, het wordt een zichzelf waarmakende voorspelling. Hoe meer men over heel Vlaanderen zal uitbazuinen dat Leuven  ’s nachts het Sodam en Gomorra is van deze planeet, de Bronx aan de Dijle, hoe minder ‘goed’ volk we zullen aantrekken, om uiteindelijk  achter te blijven met de droesem.

Het zorgvuldig opgebouwde imago van de Langste Toog (in elke binnen- en buitenlandse gids wordt de OM opgevoerd als een attractie)  krijgt klappen, maar ook voor de globale uitstraling van Leuven is dit geen goede zaak. We moeten ons blijven profileren als een veilige kwaliteitsstad.

Er  wordt  best gestopt met deze nestbevuiling. Haal dit onderwerp uit de electorale sfeer en het daarbij behorende opbod. Laat ons in de luwte werken aan kordate en efficiënte oplossingen.

Luc Ponsaerts,
Gemeenteraadslid Open Vld

21 mei  2012