WIE IS LUC?
16 - 05 - 2006
Voor zij die zich afvragen wie is die Luc, wat heeft die snuiter allemaal uitgespookt, hier een 'opstelletje' uit 2006 dat je misschien kan helpen. Je moet het wel lezen in dat tijdsperspectief.
Ondertussen is er in de wereld, in dit land en voor mezelf heel wat veranderd.
Iedereen is het kind van zijn tijd. De tijdgeest van de jaren vijftig en zestig heeft voor een groot deel mijn jeugd bepaald. Ik blijf dan ook even stil staan bij twee symbolische jaren. Het ongebreidelde en soms naief optimisme van het expojaar 58 en de al even irrationele contestatiegolf van de jaren zestig die haar hoogtepunt kende in mei 68. Maar wees gerust, ik ben iemand die dit verleden tracht te benutten om met beide voeten stevig in deze tijd te staan. Ik ervaar en geniet nog steeds met volle teugen, weliswaar met een wat 'gelouterd optimisme'.
1958
De naoorlogse ontberingen zijn bijna vergeten. Brussel maakt zich op om tijdens de Wereldtentoonstelling meer dan 42 miljoen bezoekers in vervoering te brengen. Gedurende 3 jaar werkten vijftienduizend arbeiders op de Heizelvlakte om het tentoonstellingspark te laten schitteren. Het optimisme is bijna euforisch, de mogelijkheden lijken wel onbeperkt. De jonge koning Boudewijn opent de tentoonstelling met een oproep tot vrede, sociale en economische vooruitgang. Het geloof in de wetenschap is onvoorwaardelijk, onze planeet lijkt geen limieten te kennen.
Als knaap van negen loop ik school in de Vaartstraat (nu het lege Luxemburgcollege). Mijn vader is er onderwijzer. Wij wonen in de Koning Albertlaan te Kessel-Lo en hebben een klein gezin, mijn broer Guy is vier jaar jonger.
Mijn vader neemt mij diverse malen mee naar de Wereldtentoonstelling. Deze bezoeken laten een verpletterende indruk na. Wat een feest voor een leergierige jongen van het derde leerjaar. De architectuur, de vele typische paviljoenen, de feeëieke verlichting, de confrontatie van kunst en techniek, het verbazingwekkende atomium, de massa bezoekers van zovele nationaliteiten...
Expo 58 was de laatste Wereldtentoonstelling die naam waard. In onze hoogtechnologische, multi-mediamaatschappij zijn dergelijke tentoonstellingen faits divers geworden.Ondertussen begint in Belgisch Congo Patrice Lumumba zich te roeren en lanceren de Amerikanen hun eerste kunstmaan de Explorer 1.
King Creole met Elvis Presley en Vertigo van Alfred Hitchcock trekken vele bezoekers in de diverse cinemazalen die onze stad nog rijk is.
De socialist Franz Tielemans is sinds 1952 burgemeester van een rood-blauwe coalitie. Na zes jaar moet hij de burgemeesterssjerp terug afstaan aan Alfons Smets (CVP), die in het totaal, tussen 1946 en 1976, 24 jaar burgemeester is geweest.
1968
Martin Luther King en Robert F. Kennedy worden vermoord, Andy Warhol overleeft ternauwernood een moordaanslag. De Praagse Lente wordt bloedig gesmoord. De Verenigde Staten verliezen hun tienduizendste vliegtuig boven Vietnam, vredesonderhandelingen starten in Parijs.
In datzelfde Parijs staat het Quartier Latin in brand, mei 68 wordt een begrip, 'de verbeelding komt aan de macht' en alles en nog wat wordt gecontesteerd. Nochtans stijgt de welvaart met een nooit eerder gezien tempo.
Het dubbele 'White Album' van The Beatles wordt gereleased, alsook het wonderbaarlijke 'Beggars Banquet' van The Stones.
2001: A Space Odyssey van Stanley Kubrick en Rosemary's Baby van Roman Polanski zorgen voor de nodige artistieke ophef.
In Leuven bereiden Paul Goossens en Ludo Martens de 'studentenrevolte' voor.
De regering Vanden Boeynants valt in februari over de kwestie 'Leuven Vlaams'. De slogan 'Waalse ratten rolt uw matten' sterft langzaam weg uit de Leuvense straten en de UCL verhuist naar het nieuw te bouwen Louvain-la-Neuve.
Al dat 'gerevolteer' gaat niet onopgemerkt aan mij voorbij, ik durf al eens rebels uit de hoek komen.
Mijn stamcafé is The Pipe in de Mechelsestraat. Schuin tegenover, openen Paul Goossens en Fred Derickx (nu van de Ultieme Hallucinatie te Brussel) De Harp, voor het meer 'revolutionaire' cliënteel. De Vismarkt was toen de uitgaanswijk bij uitstek en de prachtige overdekte markt stond er nog.
Na artistieke humaniora te hebben gevolgd in Hasselt, maak ik mij klaar voor Gent, daar schrijf ik mij in voor de de eerste en tweede kandidatuur moraalwetenschap.
1988
Plots twintig jaar later ! ? Heeft hij iets te verbergen ? Helemaal niet.
Na Gent kwam ik terug naar Leuven. Geruime tijd heb ik een administratieve job gehad in het onderwijs (in Zaventem en Kessel-Lo). Alhoewel ik dit steeds met liefde heb gedaan, wou ik toch niet verdorren in de repetitieve saaiheid van een dergelijke bezigheid.
Het avontuur van de zelfstandigheid begon mij meer en meer aan te trekken. Waarschijnlijk geërfd van mijn grootouders, die een molenaarsbedrijf hadden, de watermolen van Orsmaal -Gussenhoven.
Na lang actief te zijn geweest in Den Delper, kwam er in 1984 de Oriënt, die mijn broer had opgestart. Dit café groeide snel uit tot een monument. Het is nog steeds een druk beklant café, waar we onvoorstelbare periodes hebben meegemaakt. Dit hebben we vooral te danken aan onze inzet en die van het personeel maar ook aan vrienden als Jos Van Oosterwijck (muzieksamensteller van VTM) , Jan Schoukens (stichter van Studio Brussel) en Jos Kerkhofs (de programmator van Marktrock). Ze brachten alle bekende media-Vlamingen naar ons café.
Naast de horeca engageerde ik mij meer en meer in het Leuvense sociale leven.
Ja en dan kwam de politiek aankloppen !
Ik herinner het mij nog levendig toen PVV-boegbeeld in Leuven, wijlen Georges Sprockeels, mij in 1988 uitnodigde om op zijn lijst te staan. Ik heb lang getwijfeld, want toen gold nog steeds het principe dat je als handelaar best geen politieke kleur bekent om je klanten niet tegen de borst te stoten.
Hoe kwam Georges bij mij terecht, zeker niet alleen om mijn cafébaas zijn, maar omdat ik tevens overkwam als een 'spring in 't veld', bijzonder actief in middenstandskringen. Secretaris van Middenstand Groot Leuven, secretaris van de VZW Oude Markt, bestuurslid van de VVV (organisator van de de Bierfeesten, Luister van Leuven...) en van de VZW Marktrock, samensteller van het eerste Leuvense Kroegenboek... waren voor velen toen de bewijzen dat ik een hart voor Leuven heb. Kortom ik was toen reeds een 'Bekende Leuvenaar' (what's in a name !).
Maar toch werd er wat meewarig gemonkeld in de Leuvense politieke coulissen. Men fluisterde, dat het wel erg gesteld moest zijn met die PVV , nu men zelfs verplicht was om een cafébaas op de lijst te zetten. Ja, dat was toen de tijdgeest. Cafébaas werd je pas, volgens sommigen althans, wanneer je een parcours had afgelegd van twaalf stielen en dertien ongelukken. Je ziet hoe de 'perceptie' rond een beroep snel kan veranderen. Maar goed, beter laat dan nooit. Politici zien blijkbaar nu in dat horecamensen nogal eens de vinger aan de pols houden en meestal beschikken over een flinke dosis gezond verstand om zo de kleine dagdagelijkse problemen te detecteren. Daarnaast creëren zij noodzakelijke sociale netwerken in onze steeds maar verder geïndividualiseerde maatschappij. Spijtig dat deze horeca niet meer wordt gekoesterd door de overheid.
Goed, ik kreeg in 1988 de drieëntwintigste plaats en na een wat pittige campagne werd ik prompt gebombardeerd tot gemeenteraadslid en ondervoorzitter van het OCMW.
Momenteel zit ik als cafébaas en vooral als echte Leuvenaar reeds 18 jaar in de gemeentepolitiek en ik beklaag het mij geen enkel moment. Ik herinner het mij levendig toen ik in de gotische zaal van ons prachtige stadhuis, in de handen van Burgemeester Vansina (van 1977 tot eind 1994), de eed als gemeenteraadslid mocht afleggen. Het was alsof een jongensdroom in vervulling ging.
Ondertussen ben ik een beetje uitgegroeid tot het gemeenteraadslid voor het goede leven.
Reeds voor mijn politiek mandaat stond ik aan de wieg van heel wat initiatieven die het zomerse Leuven nu nog steeds bepalen.
De Beleuvenissen zijn ontstaan uit de zomeranimatie op o.a. de Oude Markt.
Van Hapje-Tapje ben ik de voornaamste initiatiefnemer.
Als bestuurslid van de VZW Marktrock heb ik een kleinschalig festivalletje zien uitgroeien tot het belangrijkste stadsfestival van het land. Als ondervoorzitter van de Leuvenement VZW (vroegere VVV) heb ik de legendarische Bierfeesten weten evolueren over de Luister van Leuven naar het verwondering opwekkende openluchttheaterfestival Leuven in Scäne. Binnen dezelfde vereniging heb ik ervoor gezorgd dat Leuven een historische bevlagging kreeg.
De studenten worden gekoesterd bij het begin van het academiejaar door het bijzonder succesvolle Studenten Welkom.
De handelaars hebben op mijn initiatief hun eigen en gegeerde middenstandsmagazine gekregen : 'Handelen'
Om de esthetiek van onze nieuw aangelegde pleinen te vrijwaren heb ik initiatieven voorgesteld ter beperking van reclameboodschappen en tot een uniformisering van luifels en parasols. Om de verloedering van sommige handelswijken en het openbaar domein tegen te gaan heb ik hevige standpunten ingenomen tegen het overaanbod aan nachtwinkels in onze stad, dit resulteerde in een aantal beperkende reglementen.
Toen er een paar jaar terug sprake was van een sluitingsuur voor horecazaken, was ik de aanstichter van het heftige protest.
Het wegtrekken van steeds meer diensten uit het stadshart, waardoor je een donut-effect krijgt (een aangedikte rand en een leeg hart , bedankt Patricia) kreeg via mij een gefundeerde en door velen bijgetreden kritiek.
De bereikbaarheid van de binnenstad, zal na vijftien jaar lobbyen, eindelijk verbeteren door het te installeren parkeergeleidingssysteem. Het gebrek aan parkeerfaciliteiten in de benedenstad en de noodzakelijke herziening van het totale parkeerbeleid werd herhaaldelijk aangekaart .
De gerestaureerde universiteitsbibliotheek kreeg na een goed onderbouwde interpellatie in de gemeenteraad een verlichting.
De niet aflatende, puffende stroom van vervuilende bussen door de Bondgenotenlaan en de rest van het stadscentrum kreeg de nodige kritiek toen er sprake was van de realisatie van een futuristisch busstation op het Fochplein (plannen afgevoerd)...
Dit zijn maar een beperkt aantal voorbeelden, hoe je zelfs binnen de oppositie creatief en opbouwend werk kunt leveren. Deze acties zijn niet lukraak gekozen maar kaderen in een welbepaalde visie : hoe maak ik mijn stad aangenamer en aantrekkelijker voor de inwoners, handelaars en bezoekers.
Maar ik ben ook 11 jaar lid geweest van de OCMW-raad. Dit heeft mijn ogen geopend voor die groepen die het minder goed hebben in onze stad, dikwijls is er in ons 'rijk' Leuven nog heel wat (verborgen) armoede en miserie en komt niet iedereen even goed aan de bak. Bijzondere aandacht moet er o.a. worden besteed aan de zelfredzaamheid van senioren en minder validen.
Moet je nog meer weten ? Ik woon sinds 15 jaar in het volle centrum van de stad op een rustige, aangename plaats, mijn living leunt aan tegen de zijgevel van het Pauscollege... zo adem ik de historiek van onze boeiende stad dagdagelijks in !
Luc.
Mei 2006!